Dat Engeland is by far mijn favoriete vakantieland (samen met o.a. Nederland, Spanje, Italië, Griekenland en Zuid-Afrika) is, dat wisten jullie ongetwijfeld al langer.

Vooral het zuiden van Engeland is een door ons bijzonder geliefde streek.

Vorige week trokken Eva en ik dan ook opnieuw een paar daagjes het kanaal over.

We reden naar Duinkerken waar we aan boord van een DFDS-ferry naar Dover gingen.

Een overvaart duurt ongeveer twee uur en half en is vooral bij mooi weer een fijne ervaring.

We gingen trouwens voor het eerst met een elektrische auto over het kanaal, dus ik was wel benieuwd hoe vlot dat allemaal ging gaan.

Maar daarover later meer.

Wat was deze keer precies onze bestemming?

Wel, we startten deze trip midden in Kent, namelijk in Sissinghurst, waar we na 27 jaar nog eens deze wereldberoemde tuin bezochten.

De dag nadien bleven we in de buurt en sliepen we in Goudhurst.

Nadien reden we door naar de zuidkust en verbleven we twee nachten in St-Mary’s Bay.

Eindigen deden we – natuurlijk – met een weekend in het door ons zo geliefde Whitstable.

Ik deel graag hieronder wat meer info over onze verblijven en de plaatsen die we bezochten, mocht het jullie kunnen inspireren.

Onze eerst nacht verbleven we in Sissinghurst Castle Farmhouse B&B .

Een luxe bed and breakfast die pal naast de befaamde National Trust tuin (Sissinghurst Castle Garden) gelegen is.

Je verblijft er in een luxueuze, stijlvolle kamer en geniet er ’s morgens van een heerlijk ontbijt, waar je, naast een leuk buffetje, ook nog iets à la carte iets kan kiezen.

We wisten ook de tea and cake die elke namiddag voor de gasten in de drawing room wordt opgediend erg te appreciëren. 😉

Een fijne plek dus, zeker als je – net zoals ik – houdt van ‘all things British’.

De tuin zelf – uitgebaat door The National Trust – bevindt zich echt vlak naast de bed and breakfast en bleek na al die jaren hier en daar wel wat veranderd te zijn, maar had zeker nog niets van zijn charme of schoonheid verloren.

Tip: Wanneer je tijdens je trip van plan bent een aantal (3 à 4 minstens) plaatsen die uitgebaat worden door The National Trust gaat bezoeken, is het zeker de moeite om een lidmaatschap te bekijken.

Ik deel hier even een tweetal foto’s van toen (27 jaar geleden) en nu, op dezelfde plaats genomen.

Niks veranderd, toch? 😉

Enfin, de tuin is echt meer dan je bezoekje waard (als je natuurlijk zoals ons ‘into’ gardens bent).

Tip: bezoek ook zeker de vegetable garden nét buiten het domein. Ook heel erg de moeite!

Chartwell is het voormalige huis van Winston Churchill en stond op mijn wishlist sinds het bekijken van de knappe film ‘Darkest hour’, die een fascinerende blik werpt op het leven van deze man.

Je kan zowel de mooie tuinen rondom het huis als een aantal kamers in het impressionante huis bezoeken.

Wij vonden het alvast bijzonder interessant om meer over de fascinerende figuur van Churchill te weten te komen.

Tip: vergeet zeker ook niet naar het atelier – dat lager in de tuinen gelegen is – te gaan kijken. Churchill bracht er heel wat tijd achter zijn schildersezel door.

Slapen deden we de volgende nacht bij Little Quarry Glamping.

Deze glamping-site in het pittoreske dorpje Goudhurst bestaat uit twee pods (kleinschalig dus) en hier is werkelijk aan àlles gedacht.

Elke pod bevat een bed, een badkamer met douche en toilet, een cosy zithoekje en een klein, maar zeer goed uitgerust keukentje.

Op het terrasje is het fijn zitten.

Fijn ook dat er hout voorzien wordt om ’s avonds de vuurschaal aan te maken en jawel hoor, ook de marshmellows lagen al klaar. 😉

Alleen vonden wij het bed een béétje krap voor twee (grote) mensen en moet je het geluid van de aanpalende (soms drukke) baan er wel bijnemen.

Alles om zelf een lekker ontbijtje te maken, zit in de koelkast of ligt klaar. Was helemaal top!

Al bij al écht een fijne ervaring en een zeer vlot contact met de sympathieke uitbater gehad, dus toch zeker ook een aanrader.

Cabü by the sea in St.-Mary’s Bay was onze volgende bestemming.

We genoten écht van de bijzonder fijne en stijlvolle ingerichte cabin.

Helemaal ons ding!

De cabins staan verspreid over het grote domein dat bezaaid was met gele bloemen waartussen de konijntjes elke dag een energiek schouwspel opvoerden.

Er is een verwarmd buitenzwembad (yes!) en een bar en winkeltje.

Alles met evenveel stijl en flair ingericht.

Ontbijt moet je zelf voorzien, hoewel er croissants en dergelijke te koop zijn in het winkeltje.

Vanuit deze plek bezochten we nog eens het charmante stadje Rye, alsook het – ietwat bevreemdende – Dungeness.

Rye (net over de grens van Kent in East Sussex) bezochten we al een aantal keren eerder, maar we keren er altijd graag terug.

Zo charmant! Leuke antiekshops en cosy coffeehouses.

En zelfs op een grijze dag is Mermaid Street nog altijd een pareltje!

Dungeness daarentegen is van een heel andere orde.

Het is een landtong in het zuiden van Kent en bevat naast een soort van dorp, twee vuurtorens en… een kerncentrale.

Het strand ligt bezaaid met wrakken van houten sloepen, een aantal vissersboten en hier en daar een autowrak…

Bevreemdend to say the least.

Maar het levert wél mooie plaatjes op. 😉

Eindigen deden we onze kleine trip in Whitstable. Ik schreef al eerder over dit gezellige kuststadje hier en hier.

Het blijft dan ook echt één van mijn lievelingsbestemmingen.

Het is zalig slenteren langs de vele leuke winkeltjes in de High Street en Harbour Street

en als oesterfan ben je hier op de juiste plek.

Deze keer overnachtten we in één van de Fisherman’s Huts. Kleine appartementen met zicht op zee.

De locatie was top, pal aan the seafront. Maar het was toch wel erg klein, zeker gelet op de prijs dat ze hiervoor toch wel vragen. Beneden kon ik zelf niet rechtop staan. In de douche gaan was ook best een uitdaging in de piepkleine badkamer. Boven is het gelukkig wel wat ruimer en stond er een zeer goed bed en twee comfortabele zeteltjes.

Beetje vreemd dat ze wel borden, bestek en glazen en een microgolf voorzien voor wie af en toe zelf iets wil klaarmaken, maar je kan het nadien nergens afwassen… Het enige wasbakje in de badkamer beneden is immers zo klein dat zelfs de waterkoker er niet onder paste… Toch wel een minpuntje, ondanks het grote ‘charmegehalte’. Vorige keer verbleef ik hier in het Continental Hotel en dat vond ik echt goed.

Vanuit Whitstable is het fijn wandelen naar de mooie site in Reculver, zeker op een zonnige dag.

En ja, hou mij maar eens uit de zee… 😉

Adresjes waar we lekker aten en/of dronken waren:

The Fig in Rye

Cosy lunchplek mét goeie koffie.

The Apothecary in Rye

Lekkere koffie en een goeie selectie cakes.

Balfour Winery

We dronken in deze leuke wijngaard twee lekkere (maar bijzonder prijzige) sparkling wijntjes… en je kon er duidelijk ook lekker eten (wat we niet deden).

The Tulip Tree Tearoom in Chiddingstone

Mre cake and coffee? yes, please! 😉

Charmant dorpje ook trouwens.

The Pilot in Dungeness

Heerlijke no-nonsense fish and chips in dit lokale instituut.

The Whitstable Oyster Company

Een must-visit wanneer je naar Whitstable komt.

The Forge in Whitstable

Een heerlijke beachside shack met de lekkerste oesters.

Little Sugar in Canterbury

Ik kon niet anders opnieuw langs te gaan bij The Goods Shed om nogmaals van de heerlijkheden van deze bakkers te genieten.

Tip: proef naast wat zoets, ook zeker het worstenbroodje… divine!

Nu, wat dat laden van de wagen betreft, dat verliep buitengewoon vlot.

Ondanks het feit dat bereik van onze Audi e-tron (één van de eerste generatie elektrische auto’s) niet zo geweldig is, was er geen reden tot ‘laadstress’. By the way, die e-tron rijdt wel écht zalig. Die zweeft bijna over de talrijke ‘potholes’ in de Britse wegen. 😉

Ik maakte twee keer gebruik van een snellader langs de snelweg en op de parking van een fastfoodrestaurant en kon zowel bij Little Quarry als bij Cabü gratis laden op hun eigen parking.

Easy!

Veel plezier bij het lezen van dit verslag en heb je ergens nog vragen over: shoot!