26 zomers geleden ‘honeymoonden’ we in Cornwall.
We hadden dat stukje Engeland een paar jaar daarvoor – als vrienden toen nog – samen bezocht en werden er meteen verliefd, ook op dat mooie stukje Engeland:
de pittoreske dorpjes, de picture-perfect cottages, de weidse uitzichten, de mooie baaien en de Cornish creamtea’s (scones are life, as you know).
We reisden ondertussen – zoals jullie wellicht al weten – natuurlijk al herhaaldelijke keren naar de UK, maar gingen nooit meer zo ver zuidwestwaarts als toen in die beginjaren.
We laadden dus onlangs onze budget camper in en vertrokken via de Channel Tunnel naar Winchester waar we onze eerste stop deden, om de lange rit naar Cornwall wat te ‘breken’.
En wat bleek? Na al die jaren is Winchester nog steeds een uiterst charmant stadje.
We verbleven er die eerste nacht prima in The West Gate (pub en hotel, àltijd een goeie combi),
aten er zéér lekker in de fancy ‘The Ivy‘
en kuierden wat door de stad, langs Winchester Cathedral en Close.
Trouwens zeker de moeite om te bezoeken (wat we ooit dus al deden).
Ook langs het water is het fijn wandelen. Passeer ook nog even langs het befaamde Winchester College én het huis waar Jane Austen overleed (ze ligt begraven in de kathedraal).
’s Morgens at ik er dé allerlekkerste almond croissant ever (ik meen het, ik zou NU in de auto stappen en daarvoor alleen al terugrijden…) bij The Winchester Bakery.
We noemen hier graag even The Hambledon als leuke, independent shop. (Thx to Yvestown for showing us the way)
Als grote Downton Abbey-fan boekte ik maanden geleden al twee tickets om Highclere Castle te bezoeken. Het kasteel dat fungeert als familieverblijf van de familie Grantham in de serie en films is op bepaalde tijdstippen gedurende het jaar te bezoeken.
Je kan bij je ticket meteen een afternoon pick-nick boeken, maar dat deden wij niet.
Het deed me écht iets om hier rond het kasteel, in de tuinen en door de verschillende kamers die gebruikt worden in de serie zoals de library en de main hall rond te wandelen, nadat ik zó van de serie genoten had.
Binnen mochten we helaas geen foto’s nemen, aangezien het ook nog steeds een ‘private home’ is, wat betekent dat sommige vertrekken nog steeds gebruikt worden door Lady Carnarvon en haar familie.
In de tuin gelukkig wel. 😉
We genoten er – net zoals de meesten die hete dag – van een koel drankje (they serve Pimm’s!) of een iced-coffee onder de schaduwrijke bomen, being ’the hottest day in the Uk ever and all… #pokkewarm
‘Lord en Lady Grantham’, I do think that role would suit us just fine, wouldn’t you agree? 😉
Van Highclere reden we richting de kust, via de Sandbanks chain ferry,
richting Weymouth waar we in de buurt een nachtje sliepen op een gezellige boerderijcamping namelijk Sea Barn Farm Camping Park.
Kunnen we alleen maar aanbevelen deze!
Mooi gelegen, super net en comfortabel sanitair én mooie vergezichten.
En niets zo leuk als een bbq’tje op de camping, toch? 😉
Van daaruit was het maar een kort stukje rijden naar West Bay.
(Stop onderweg ook nog even bij Lulworth Cove en Durdle Door, zeker de moeite, weten we van vorige tripjes!)
West Bay is bekend omwille de fantastische TV-serie Broadchurch.
Het was die dag echter grijs en mistig, wat alles wel wat troosteloos maakte…
Buiten de kliffen natuurlijk, en het nog leuke The Customs House (met allerlei stalls) valt er eigenlijk niet zo heel veel te beleven.
Nee, dan vonden wij het strandje nét buiten West Bay gezelliger.
In het Hive Beach Café nabij Burton Bradstock kan je immers terecht voor tea, cake, lunch of… scones en wandel je zo het strand op.
Porthleven ligt al in Cornwall en is daarentegen wél een aanrader. Het is een klein havenstadje en echt super gezellig daar.
De karakteristieke ’terraced houses’ in verschillende felle kleurtjes lopen recht richting de kerk en de zee en zorgen voor een ‘instant smile’ op je gezicht. Zo mooi!
Camping Chy Carne in Kennack Sands op het Lizard schiereiland was onze uitvalsbasis voor drie dagen Cornwall. Een prima camping met goeie en nette faciliteiten, een vriendelijke en behulpzame uitbaatster en… seaview!
Van daaruit wandelen we via de coastal path o.a. naar het schattige dorpje Cadgwith.
De zalige views en grazende ‘klifkoeien’ krijg je er onderweg gratis bij.
Een ingeslapen dorpje waar we tea en scones en de heerlijkste krab (sandwiches) kochten.
Eén van de zaligste baaien in Cornwall vonden we in Polly Joke.
Rustig, mooi… heerlijk gewoon.
Aangezien we het in Kynance Cove nogal druk vonden (wel mooi!),
besloten we richting Lizard Point te wandelen en belandden we uiteindelijk op een heerlijk – bijna verlaten – strandje, namelijk Pentreath Beach.
Cornwall at its best.
Net aan de ingang van de parking voor Kynance Cove vind je trouwens nog Ellie’s Soul Kitchen.
Een snoezig roze caravannetje waar twee dames je cake, ijsjes of een lekker gerechtje voorschotelen.
Super leuk!
Trerice House stond ook op ons lijstje en wordt beheerd door de National Trust.
Het is een mooi ‘Elisabethan manor house’ met schitterende tuinen.
Heerlijk om hier een paar uur te vertoeven. Met coffeeshop en leuk winkeltje, of course.
Eén van de highlights die we absoluut opnieuw wilden beleven, was St Michaels Mount, nabij Penzance.
Noem het gerust de Britse versie van de Mont-Saint-Michel.
Bij laagtij kan je over het pad tot aan dit schilderachtige mini-stadje met kasteel wandelen (bij hoogtij met een bootje) en je kan het mini-dorpje ook bezoeken.
Penzance zelf heeft ook best een aantal leuke shops, maar is op zicht nu niet echt thé-place-to-be.
Nog enkele tips van plaatsen die we eerder al aandeden in Cornwall en die echt de moeite zijn:
Land’s End is het meest zuidwestelijke punt Van Engeland.
26 jaar geleden woonden we een theatervoorstelling bij in het spectaculair in de rotsen gelegen Minack Theatre.
Zeker de moeite.
Mousehole: gezellig dorp!
Porthcurno beach: schoon ze!
Ook St. Yves met de Tate Gallery deden we al vroeger en moeten zeker op je lijstje komen!
Wat tuinen en manor houses betreft:
Trebah Gardens en Lanhydrock zijn de moeite. The Eden Project staat nog op ons lijstje.
Op de terugweg reden we nog even langs Shaftesbury in Dorset.
Een heel gezellig stadje bekend omwille van zijn fotogenieke ‘Gold Hill‘ en gezegend met tal van cute ‘independent’ shops. De moeite!
Eindigen deden we met een nachtje op de comfortabele én nette camping Little Satmar in Capel-le-Ferne, vlakbij Folkestone, zodat we ’s morgens vroeg makkelijk onze shuttle terug naar Calais konden nemen.
Nog meer weten of over onze ‘budget camper’ trouwens? Ik schreef er hier al over.
En tot slot: Ennys Farm en wij… 26 jaar verschil… 😉